Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
Het doel van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (GLBNL) is het bieden van een redelijke levensstandaard aan landbouwers, en om consumenten tegen eerlijke prijzen te voorzien van kwaliteitsvoedsel.
Looptijd | 01.01.2015 - onbepaald |
Aanvraagtermijn | Vooraf, voor een bepaalde datum |
Budget | Onbepaald |
Behandeld door | Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) |
Verstrekt door | Commissie van de Europese Unie/200 |
- 433 open subsidies aangeboden
- 88 adviseurs stand-by
- Gratis account!
Het doel van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (GLBNL) is het bieden van een redelijke levensstandaard aan landbouwers, en om consumenten tegen eerlijke prijzen te voorzien van kwaliteitsvoedsel.
De regeling vervangt de Regeling GLB-inkomenssteun (GLBIKS) en vormt de nationale uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Meer specifiek vormt het de nationale uitvoering van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en, voor wat betreft de rechtstreekse betalingen, Verordening (EU) nr. 1306/2013 en van de op deze verordeningen gebaseerde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen.
Aanvrager
In aanmerking voor ondersteuning komen zogenaamde actieve landbouwers met een minimale bedrijfsomvang van 0,3 hectare. Om in aanmerking te komen, moet een landbouwer in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven met als hoofd- of nevenactiviteit landbouw (SBI-codes 011 tot en met 1051, voor zover minimaal 50% van de melk die wordt verwerkt op het eigen melkveebedrijf geproduceerd wordt). Daarnaast worden kleine en hobbymatige bedrijven uitgesloten door een ondergrens van € 500 per ontvanger per jaar te hanteren.
Subsidiabele landbouwgrond
In beginsel komt al het landbouwareaal van een landbouwbedrijf, dat voor een landbouwactiviteit wordt gebruikt, in aanmerking voor de basisbetaling van de rechtstreekse steun, inclusief landbouwgrond van telers van fruit, groenten, consumptieaardappelen, pootaardappelen en siergewassen en voor wijngaarden.
Landbouwgrond, waarop naast landbouwactiviteiten ook niet-landbouwactiviteiten plaatsvinden (waardoor de uitoefening van de landbouwactiviteiten noemenswaardige hinder ondervindt), komt alleen in aanmerking, indien de duur van de niet-landbouwactiviteiten in het betreffende jaar niet langer is dan 90 dagen.
Tot slot zijn bepaalde gronden specifiek uitgesloten van steun. Het gaat hier bijvoorbeeld om moes- en siertuinen, speelweides, natuurgronden die primair de bestemming van natuur hebben, etc.
Betalingsrechten
Het aantal betalingsrechten wordt bepaald op basis van het aantal hectares subsidiabele landbouwgrond dat de agrariër op 15 mei van het voorgaande jaar in gebruik had.
De toeslagrechten zijn per 31 december 2014 vervallen. Er is een overgangsperiode tot 1 januari 2019. De afbouw en de opbouw van het bedrag naar een gelijk bedrag per hectare voor elke landbouwer is dan geleidelijk. Vanaf 2019 krijgt iedere landbouwer dezelfde waarde per hectare uitgekeerd. Deze gelijke hectarebetaling zal bestaan uit twee componenten: een basisbetaling en een betaling voor vergroening. De basisbetaling is gebaseerd op betalingsrechten.
Overige betalingen
Naast de betalingsrechten zijn op basis van de regeling de volgende typen betalingen beschikbaar:
- Vergroeningsbetaling: van de rechtstreekse betalingen, waarop de landbouwer aanspraak maakt, wordt 30% uitgekeerd als een betaling voor de verplichte klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken. Het gaat om vergroeningseisen op het terrein van de gewasdiversificatie, het behoud van blijvend grasland en de aanleg van ecologische aandachtsgebieden. In plaats daarvan kan de landbouwer er voor kiezen equivalente maatregelen in te zetten;
- Betaling voor jonge landbouwers: dit betreft een aanvullende betaling per hectare aan jonge landbouwers. Een jonge landbouwer is: een landbouwer die voor het eerst een landbouwbedrijf heeft opgericht of zo’n bedrijf heeft opgericht in de periode van vijf jaar, voorafgaand aan de eerste indiening van een aanvraag in het kader van de basisbetalingsregeling, en die niet ouder is dan 40 jaar in het eerste jaar, waarin een aanvraag voor de basisbetalingsregeling wordt ingediend. De betaling wordt toegekend voor maximaal 90 hectaren. De hoogte van de betaling wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt 25% van de gemiddelde nationale betaling per hectare in 2019;
- Vrijwillig gekoppelde steun: steun voor runderen en schapen die grazen op niet-subsidiabele grond. De betaling per subsidiabel rund is € 153 en per subsidiabel schaap € 23. Wanneer het plafond dreigt te worden overschreden, zal het aantal dieren dat in aanmerking komt per bedrijf naar rato worden gekort.
Randvoorwaarden
Landbouwers die steun ontvangen dienen de randvoorwaarden van het GLB in acht te nemen. Deze randvoorwaarden betreffen Europese regelgeving op het gebied van natuur- en milieubescherming, volksgezondheid, diergezondheid, plantgezondheid en dierenwelzijn. Bij niet-naleving van de randvoorwaarden worden de rechtstreekse betalingen die de landbouwer ontvangt, gekort.
Aanvragen
Het activeren van betalingsrechten en het aanvragen van steun moet door middel van het indienen van een verzamelaanvraag. Deze kan jaarlijks tot en met 15 mei worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Handige links
Extra informatie bij deze subsidie
Subsidie direct aanvragen
Deze subsidie kan aangevraagd worden bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Variabel