Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen afdrachtvermindering (WBSO)
Het doel van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO) is het stimuleren van speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in het bedrijfsleven.
Looptijd | 13.05.1994 - onbepaald |
Aanvraagtermijn | Vooraf |
Budget | Voor 2022: € 1336 miljoen. Voor 2021: € 1438 miljoen. Voor 2020: € 1281 miljoen. |
Behandeld door | Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) |
Verstrekt door | Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
- 433 open subsidies aangeboden
- 88 adviseurs stand-by
- Gratis account!
Het doel van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen – S&O-afdrachtvermindering (WBSO) is het stimuleren van speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in het bedrijfsleven.
De WBSO is beschikbaar voor productontwikkeling, maar ook voor de ontwikkeling van productieprocessen en programmatuur en voor het uitvoeren van technisch-wetenschappelijk onderzoek. De WBSO is ondergebracht in hoofdstuk 8 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA).
De WBSO compenseert een deel van de loonkosten en overige kosten en uitgaven voor S&O. Dit door middel van een vermindering van de af te dragen loonbelasting en premie volksverzekeringen dan wel door middel van een verhoging van de zelfstandigenaftrek via de inkomstenbelasting. Startende ondernemers (starters) worden extra tegemoet gekomen met behulp van de zogeheten startersfaciliteit.
Tot en met 2015 was er naast de WBSO nog de Research- en developmentaftrek (RDA). Die regeling gaf ondernemers een fiscale aftrek via de winstbelasting voor overige kosten en uitgaven ten behoeve van het eigen S&O. Met ingang van 2016 zijn de WBSO en de RDA geïntegreerd in één regeling met behoud van de naam WBSO. Vanaf 2016 kunnen naast de S&O-loonkosten ook de overige S&O-kosten en -uitgaven dus via de WBSO worden verrekend.
Iedere onderneming in Nederland die S&O gaat doen, kan een WBSO-aanvraag indienen, tenzij de onderneming een publieke kennisinstelling is. De WBSO maakt daarbij wel onderscheid tussen S&O-inhoudingsplichtigen (ondernemingen die hun werknemers S&O laten verrichten) en S&O-belastingplichtigen (zelfstandigen die zelf S&O verrichten).
Een S&O-inhoudingsplichtige wordt als starter aangemerkt als de onderneming in de afgelopen vijf kalenderjaren maximaal vier jaar personeel in dienst had en maximaal twee jaar een S&O-verklaring heeft ontvangen. Een zelfstandige wordt als starter aangemerkt als hij in de afgelopen vijf kalenderjaren maximaal vier jaar ondernemer was en maximaal twee jaar een S&O-verklaring heeft ontvangen.
Er zijn twee soorten projecten waarvoor een aanvraag kan worden ingediend. Dit zijn:
- ontwikkelingsprojecten. Dit betreft ontwikkelingen die voor de aanvrager technisch nieuw zijn. Het moet gaan om de ontwikkeling van technisch nieuwe (onderdelen van) fysieke producten, fysieke productieprocessen of programmatuur;
- technisch-wetenschappelijk onderzoek (TWO). Dit betreft onderzoek waarmee de aanvrager nieuwe technische kennis genereert. Het moet gaan om verklarend onderzoek dat technisch van aard is.
De bijdrage voor S&O-inhoudingsplichtigen bestaat uit een vermindering op de af te dragen loonbelasting en premie volksverzekeringen en bedraagt per kalenderjaar:
- 32% van de eerste € 350.000 van de totale S&O-grondslag (voor starters geldt een verhoogd tarief van 40% van de eerste € 350.000 van de totale S&O-grondslag); en
- 16% van de resterende S&O-grondslag.
Zelfstandigen kunnen op hun beurt, indien ze minimaal 500 uur per kalenderjaar in S&O steken, de zelfstandigenaftrek verhogen tot € 13.360. Startende zelfstandigen kunnen een extra verhoging van € 6684 toepassen op de zelfstandigenaftrek.
Aanvragen kunnen via het online aanvraagformulier worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De aanvraag betreft ten minste drie maanden binnen een kalenderjaar. Als activiteiten over het kalenderjaar heen lopen, dan moet hiervoor in het nieuwe kalenderjaar een nieuwe aanvraag worden ingediend. De aanvraag wordt uiterlijk ingediend op de laatste dag van de kalendermaand voorafgaande aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien de aanvraag betrekking heeft op een periode die ingaat op 1 januari van een kalenderjaar, wordt de aanvraag uiterlijk ingediend op 20 december van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.
Een S&O-belastingplichtige kan tot en met uiterlijk 30 september van het betreffende kalenderjaar aanvragen indienen voor eigen S&O-werkzaamheden. Er geldt geen maximum voor het aantal aanvragen. De aanvraag betreft de periode vanaf de datum van indiening van de aanvraag tot het einde van het kalenderjaar. Als activiteiten over het kalenderjaar heen lopen, dan moet hiervoor in het nieuwe kalenderjaar een nieuwe aanvraag worden ingediend.
Als een aanvraag (gedeeltelijk) positief wordt beoordeeld, ontvangt men bij de beschikking een S&O-verklaring. In de S&O-verklaring voor een S&O-inhoudingsplichtige staat het bedrag aan maximale S&O-afdrachtvermindering dat de onderneming, in het kalenderjaar waarop de S&O-verklaring betrekking heeft, mag verrekenen op het loonheffingennummer dat op de S&O-verklaring staat vermeld. Een S&O-belastingplichtige ontvangt een S&O-verklaring bij minimaal 500 S&O-uren en verkrijgt hiermee het recht op toepassing van de S&O-aftrek.
Handige links
Extra informatie bij deze subsidie
Subsidie direct aanvragen
Deze subsidie kan aangevraagd worden bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Variabel