Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen
Het doel van de regeling Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen (SBV) is het stimuleren van de ontwikkeling en de uitrol van integrale, brongerichte emissiereducerende maatregelen in zowel bestaande als nieuwe stalsystemen, gericht op broeikasgas- en stalemissies. Dit draagt zowel bij aan de gezondheid en het welzijn van mens en dier als aan realisatie van klimaat- en milieudoelen.
Looptijd | 20.05.2020 t/m 19.05.2025 |
Aanvraagtermijn | Vooraf |
Budget | Zie bijdrage |
- 433 open subsidies aangeboden
- 88 adviseurs stand-by
- Gratis account!
Het doel van de regeling Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen (SBV) is het stimuleren van de ontwikkeling en de uitrol van integrale, brongerichte emissiereducerende maatregelen in zowel bestaande als nieuwe stalsystemen, gericht op broeikasgas- en stalemissies. Dit draagt zowel bij aan de gezondheid en het welzijn van mens en dier als aan realisatie van klimaat- en milieudoelen.
Brongericht betekent dat de uitstoot van verschillende emissies, zoals ammoniak en methaan, zoveel mogelijk wordt voorkomen, namelijk door de emissies bij de bron aan te pakken. Bijvoorbeeld door het snel uit de stal afvoeren en scheiden van urine en mest.
De regeling valt onder Hoofdstuk 2, Titel 2.2 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (KEZS).
Deze regeling bestaat uit twee onderdelen: de subsidiemodule investering in niet-bewezen innovaties (innovatiemodule) en de subsidiemodule investering in brongerichte innovaties (investeringsmodule).
Innovatiemodule
De innovatiemodule richt zich op het ontwikkelen en testen van investeringen en managementmaatregelen die zouden kunnen leiden tot brongerichte verduurzaming en verbetering van het dierenwelzijn (waaronder ten minste ook de brandveiligheid) in bestaande stalsystemen of nieuw te ontwikkelen en te bouwen type stalsystemen.
Subsidie kan aangevraagd worden door een samenwerkingsverband bestaande uit minimaal één onderzoeksorganisatie, één veehouderijonderneming en eventueel andere ondernemingen. De veehouderijonderneming dient een potentiële eindgebruiker van de investeringen of managementmaatregelen te zijn.
De innovatiemodule bestaat uit een onderzoeks- en ontwikkelingsfase, een emissiemetingenfase en een resterende productieve levensduurfase of uitsluitend een emissiemetingenfase.
De hoogte van de subsidie is:
- voor de onderzoeks- en ontwikkelingsfase: 25% tot 60% van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling. Het maximum subsidiebedrag is € 1 miljoen per veehouderijlocatie in een innovatieproject, voor zover het innovatieproject betrekking heeft op investeringen, managementmaatregelen of een combinatie hiervan;
- voor de emissiemetingenfase: 100% van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 200.000 per veehouderijlocatie;
- voor de resterende productieve levensduurfase: het percentage aan subsidiabele kosten dat in de eerste fase voor het project is verstrekt (waarbij de maximaal toegestane percentages uit de groepsvrijstellingsverordening landbouw niet overschreden worden). Het maximum subsidiebedrag in de derde fase is € 500.000 per veehouderijonderneming. Een veehouderijonderneming kan over meerdere veehouderijlocaties beschikken.
Investeringsmodule
De investeringsmodule richt zich op de aanschaf- en het gebruiksklaar maken van nieuwe bewezen innovaties ten behoeve van integrale, brongerichte emissiereductie en verbetering van het dierenwelzijn (waaronder ten minste ook de brandveiligheid) in bestaande en nieuwe stalsystemen.
Aanvragen kunnen worden ingediend door pluimveehouderijondernemingen. Per veehouderijlocatie kan één aanvraag worden ingediend.
De subsidiabele investeringen, bijbehorende codes en reductiepercentages, zijn:
Code | Investeringen voor emissiereductie van fijnstof | Reductiepercentage fijnstof |
E 7.2 | Ionisatiesysteem met negatieve coronadraden | 49% |
E 7.10 | Strooiselschuif bij volièrehuisvesting | 20% |
E 7.15 | Positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes | 31% |
E 7.16 | Negatieve ionisatie d.m.v. coronadraden met 40 emitters per meter (prikkeldraad) | 52% |
E 7.17 | Positieve ionisatie d.m.v. ionisatie-units met ingebouwde coronadraden en collectoroppervlak | 16% |
F 6.11 | Positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes | 31% |
De subsidie bedraagt 40% tot 60% van de subsidiabele kosten tot een maximumbedrag van € 500.000 per pluimveehouderijonderneming.
Aanvragen
Aanvragen kunnen van 22 november 2021 tot en met 14 februari 2022 (innovatiemodule) en van 19 april tot en met 31 mei 2021 (investeringsmodule) worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Aanvragen voor beide modules worden gerangschikt.
Handige links
Extra informatie bij deze subsidie
Subsidie direct aanvragen
Deze subsidie kan aangevraagd worden bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Variabel